Bezoek van Guus

In mijn laatste ondernemingsartikel schreef ik van het Chaos Communication Congress. Veertig dagen van bezinning, maar ook van schielijk promotie maken in mijn onderzoeksperiode met vijfhonderd kleine blauwe stickers.

Nu is het tijd om de vruchten van die bezinning op papier te gaan zetten. En oh, waar herinnert mij dat toch aan? Aan school, aan leren, en op tijd mijn huiswerk maken. Ik heb zeker goede leermeesters gehad. Daarom reik ik in dit artikel uit naar één van de eerste ambassadeurs in mijn netwerk: Guus.

We schrijven januari. Alle feestdagen, inclusief het Chaos Communication Congress, zijn voorbij. Het was leuk, maar nu moet ik mijn mouwen opstropen en een serieus bedrijfsplan schrijven. Alleen daarmee krijg ik goedkeuring voor mijn startperiode.

Het ontbreekt me niet aan ontelbaar goede ideeën en invalshoeken. Alleen, ze op papier zetten…

Natuurlijk zoek ik rond op internet. Ik grasduin door succesvolle bedrijfsplannen, noteer het nodige, zoek nog wat meer. Lees alles dat los en vast zit, waaronder de handige pocketboekjes die ik van Rick van Rein kreeg. Voorzichtig open ik een tekstdocumentje en vorm daarin een structuur. Dan blijft het blad leeg en knippert de cursor lang voor mijn ogen. Het herinnert me aan vroeger, aan huiswerk. Weet je wat ik nodig heb? Een leraar.

Flashback naar het jaar 2009. In mijn vierde en laatste jaar Concept Design steven ik af op het predicaat cum laude. Dat is niet voor niets: na mijn kunstacademie-jaren ben ik er op gebeten om een diploma te halen. Gaandeweg word ik fanatiek. Ik voel de steun van de docenten zoals op de basisschool en de middelbare. Beantwoord niet alleen de vraag; zet nét dat stapje meer – ik heb een ingewikkeld stel hersens en ik gebruik ze graag.

Met gelijkgestemde studenten kan ik het goed vinden, de anderen laat ik links liggen. Mijn stage verdien ik omdat ik de enige ben die op komt dagen, mijn cijferlijst vult zich met achten omdat ik geen genoegen neem met minder. Ik vraag door, net als ik later net met software requirements zal doen. Ik zie docenten als mijn collega’s, en dat levert me zelfs enkele maanden een bijbaantje als Adobe-docent in Deventer op.

Mijn gedrevenheid zorgt ervoor dat Guus Vrauwdeunt, geestelijk vader van de studie Concept Design, mijn afstudeerbegeleider wil zijn. Dat neem ik graag aan. Hij tipt mij over een afstudeerplek in het mooie Finland en ook daar haal ik achten. Guus houdt op de diplomauitreiking een lovend praatje over mijn verdiensten en ik ga inderdaad naar huis met de felbegeerde pennenset. Cum laude – en ook gelijk een baan.

Ondanks deze professionele houding realiseer ik me dan nog niet dat deze docenten mijn eerste netwerk zijn. Ik ken mensen en hun vakgebied, en die mensen kennen mij. Met veel docenten houd ik op Facebook en LinkedIn jarenlang contact. Laatstgenoemde is een prima manier om te zien waar al die mensen met overeenkomstige vaardigheden weer te werk gaan – of waar zij voor mij een kans op werk kunnen zijn. In de banen na mijn studie tref ik nu en dan collega’s die bij dezelfde docenten hebben afgestudeerd. Zelfs op mijn reizen ontmoet ik zo maar KNT-gastdocenten, wat enorm leuke gesprekken oplevert.

Docent Guus spreek ik in die vijftien jaar zo’n twee, drie keer. We gaan meestal ergens theedrinken en blijken dan beiden in een compleet andere fase van ons leven te verkeren. We zijn – en dat zegt Guus graag – aardig uit hetzelfde hout gesneden. Altijd onrustig, onderzoekend, altijd benieuwd naar de vraag achter de vraag – nooit tevreden met het eerste antwoord. Ook wel eens lui, of slecht te pas, maar nooit verliezen we dat ondernemende vuur.

Dat vuur heb ik nu maar al te hard nodig en daarom nodig ik Guus uit op de thee. Bij mij thuis, want na vijftien jaar moet je een docent toch wel gewoon in de sfeer van je eigen huis kunnen ontvangen, niet?

Dus, op 7 januari zit hij bij me op de bank met zo’n grote pul thee dat hij er gewoon een opmerking over maakt. Guus, die niet zo gauw van dingen opkijkt. Kom kom, koffie drink je gecomprimeerd, uit kleine kopjes – een theekop kan daarentegen niet groot genoeg zijn. Plus, dan blijft Guus ook mooi even zitten, want ik heb genoeg aan hem te vragen. Als ondernemer in spé wil ik precies weten hoe hij als ondernemer, docent, viking en educatief aanjager in het leven staat.

Ik introduceer hem mijn plannen met Pathwise, en het treft: hij is er zeer over te spreken. Niet alleen over het heugelijke feit dat ik voor mezelf ga beginnen, maar ook over het bedrijfsconcept zelf. Hij is ook nog steeds goed af, dus wat houdt mij tegen? Ik moet het gewoon gaan doen. Nu de uitwerking nog.

Wanneer het gesprek ten einde loopt staat hij plotseling kordaat op. Hij zet zich aan mijn eettafel en vraagt me om een blaadje papier – of twee. En een pen graag. Even knipper ik met mijn ogen, maar dan begrijp ik het. Guus, veteraan in zijn vak, geeft college. Privé-college, hier aan de eettafel. Met gespitste oren zet ik me op de stoel tegenover hem. Gelijk daagt hij me uit tot een elevator pitch, net als vijftien jaar geleden. Gaaf!

In no time schetst hij op het blaadje een complete SWOT-analyse. Stelt scherpe vragen. Vraagt dóór. Brengt nieuwe zienswijzen ter tafel. Schetst nog meer, somt puntsgewijs sterkten en zwakten op. Streept lijnen tot vakken, verdeelt ideeën en uitkomsten. Dan staat daar opeens een heel overzichtelijk plan waar ik zelf mijn draai aan kan geven. Het college is voorbij.

‘Mijn zoon verklaarde me voor gek’ zegt Guus bij vertrek. ‘Pa, je gaat toch niet zomaar iemand grátis lesgeven in ondernemen?’

Maar Guus wel. Die doet dat gewoon. En hij heeft er nog plezier in ook. Win-win, toch?

Met een grote grijns zwaai ik hem uit. Er ligt goud op tafel, en dat alles voor één pul thee en twee koekjes.

Nu eerst verder met mijn bedrijfsplan. Mijn writer’s block is voorbij!


Heidi Ulrich is The Career Cheat Code. Ze is dé gids voor sollicitaties voor vele wizards in de IT en techniek. Lees meer over Heidi’s loopbaan of plan een samenwerking met Pathwise. Samen zijn we Pathwise, tech savvy!